Dit gelooft niemand
Haar Franse uitgever kreeg het manuscript
aangeboden met de woorden:
‘Eerlijk gezegd vrees ik dat niemand
me zal geloven, het is te ongelooflijk
voor woorden’. Eén dag na de aankondiging
van minister Verburg in het
NOS-journaal dat Europa de deuren mag
openen voor gentech, een interview
met boerendochter en filmmaakster
Marie-Monique Robin in de bibliotheek
van het Ambassade Hotel. “Na drie jaar
onderzoek over de hele wereld ben ik
ervan overtuigd geraakt dat de enige
uitweg een groeiend bewustzijn van
boer en consument is.�
In de foyer van het hotel wacht ik geduldig op mijn beurt. De avond ervoor heb ik de documentaire gezien die eerder op Arte en de Belgische televisie is uitgezonden. Gisteren, bij de vertoning in Maison Descartes, het Franse cultuurinstituut in Amsterdam, was de maakster zelf aanwezig. Na afloop een debat onder leiding van een redacteur van NRC-Handelsblad.
Een indrukwekkende film en een indrukwekkende avond. Aan het eind van de avond krijg ik de Nederlandstalige versie mee van het boek dat de film begeleidt, en daarmee denk ik dat de kous voor mij af is. Je moet je plaats kennen als vertegenwoordiger van een klein tijdschrift. Ik gun Robin haar interviews in de grote Nederlandse media. Daar ligt toch het podium waarop deze discussie gevoerd moet worden.
Maar de volgende ochtend na het ontbijt pak ik het boek erbij en begin ik te lezen, en hoe meer ik lees, hoe meer ik onder de indruk raak en hoe meer ik begin te twijfelen. Een blik op mijn horloge. Robin is nog slechts enkele uren in Amsterdam. Ik pak de telefoon, draai het nummer van de uitgeverij, wordt doorverbonden met het Ambassade Hotel, de vaste overnachtingsplek voor bezoekende schrijvers, en informeer bij publiciteitsmedewerker Kirsten van de uitgeverij hoeveel interviews er inmiddels zijn geweest.
Batterijen
Hemel en aarde zegt ze te hebben bewogen om interviews voor Robin te regelen. Maar de grote media laten het afweten. Tot in haar hotelkamer wordt Robin gebeld door journalisten, maar altijd uit het buitenland. De Europese landen waar de belangstelling voor Robins boek en film het kleinst is, zijn Spanje en Nederland. “Maar er is nu eigenlijk geen interview meer in te plannen�, zegt ze. “Op dit moment wordt Robin geïnterviewd door de Wereldomroep. Daarna komt nog een internetfilmblad. En dan moet ze weg.�
Even later gaat de telefoon. De
Wereldomroep heeft toch iets minder
tijd nodig dan verwacht. “Als je binnen
een kwartier hier kunt zijn, plaats ik je
ertussen.� Help! Waar zijn mijn batterijen?
Waar zijn mijn vragen? Dit gaat het
slechtst voorbereide VA-interview aller
tijden worden.
Broodtrommel
In het hotel word ik ontvangen in de lobby. Even later schuift een redacteur van het internetfilmtijdschrift uit Breda aan, overgekomen voor een interview dat niet meer dan vijfhonderd woorden mag tellen. We raken aan de praat.
Het is niet gemakkelijk om een ingewikkeld onderwerp als genetische manipulatie toegankelijk te maken voor een groot publiek, zegt hij. En ook Robins film zal een ver-van-mijnbed-show blijken, voorspelt hij. Twee uur film is te lang. “Haar werkwijze is te gedegen. En niet trendy en pakkend genoeg. Na een half uur kijken komt het tiende pratende hoofd voorbij en ben je vergeten wat de persoon ervoor ook al weer precies te melden had.� Hoewel hij, moet hij toegeven, na de film toch anders naar dat halfje volkoren in zijn broodtrommel is gaan kijken.
Kirsten van uitgeverij De Geus kijkt nog eens op haar horloge en gaat in de bibliotheek informeren of de Wereldomroep onderhand klaar is. Even later is het mijn beurt en betreed ik de mooiste plek waar ik ooit iemand heb mogen interviewen. De wanden bedekt met honderden boeken van auteurs die allemaal ooit in dit hotel aan de Amsterdamse Herengracht hebben overnacht, en hun boek gesigneerd hebben achtergelaten.
Ik krijg een half uur. Voor mijn gevoel heb ik nog niet meer dan één vraag gesteld als er al op de deur wordt geklopt. Robin zelf laat zich niet afleiden en vervolgt ongestoord haar verhaal. Okay, dan, nog tien extra minuten.
Lees verder in de papieren editie 3-2009 »