Miny Potze over ouderen sprookjes

1,45

In jeugdsprookjes gaat de hoofdpersoon de wijde wereld in. In ouderen sprookjes wijst de weg naar huis. Miny Potze vertelt hoe levensveranderend een bundel door de Amerikaanse psychiater Allan Chinen verzamelde ouderensprookjes is geweest en hoe die verhalen haar de weg wezen uit de leegte na haar pensionering. Digitale PDF, direct downloadbaar.

Beschrijving

Alleen wat we diep van binnen al weten en in ons resoneert, herkennen we als waarheid. ‘Sprookjes zitten onderhuids vol wijsheid: ze vertellen ons iets over de weg door het leven, en op een diepere laag over de reis van de ziel,’ aldus Miny Potze in haar boek In het licht van de schaduw, waarin ze vertelt over haar ontdekking van sprookjes waarin ouderen de hoofdrol vervullen. Een type sprookjes waarin de hoofdpersoon nu eens niet de wijde wereld in trekt, maar juist terugkeert naar huis.

‘In diepste zin zijn sprookjes te lezen als levenslessen. In een ver verleden zijn ze in verhalende vorm verpakt door wijze mannen en vrouwen die inzicht hadden in het wezen van de mens en zijn ontwikkeling, en dat in de vorm van beeldtaal naar buiten brachten.’

De welbekende jeugdsprookjes volgen een vertrouwd patroon: de hoofdpersoon gaat weg van huis, op avontuur – hij of zij trekt eropuit op zoek naar het geluk en leert zichzelf ontwikkelen. De moderne variant hierop zou je het ‘backpacken’ kunnen noemen, zegt Miny Potze: het maken van een wereldreis.

In sprookjes is de hoofdpersoon in het begin nog niet zo slim en sterk. Hij of zij is teer en kwetsbaar, of klein (‘Klein Duimpje’). Moed en zelfvertrouwen moeten nog ontwikkeld worden. De held in het verhaal krijgt opdrachten, zoals het oplossen van een raadsel, het vinden van een schat, of het doden van een heks – hij maakt keuzes, struikelt, wordt bijna gedood, raakt ontmoedigd, maar uiteindelijk komt alles goed. De beproevingen hebben een ander mens van hem gemaakt. Bij thuiskomst wordt hij met trompetgeschal verwelkomd.

Het was de Amerikaanse psychiater Chinen die haar de ogen opende: ‘Plotseling kwam ik zijn boekje Nog lang en gelukkig – sprookjes voor de tweede levenshelft tegen, en dat opende mij de ogen. Het werd een soort bijbeltje voor me. Een verzameling ouderdomssprookjes uit verschillende landen, van Japan tot Kroatië en van Duitsland tot Tibet, met verhelderende uitleg van de symboliek. Ik heb het boek helemaal stuk gelezen, overal passages aangestreept, gelezen, herlezen… het resoneerde zo bij me. Dit waren de inzichten waarnaar ik op zoek was geweest.’

‘In ouderdomssprookjes gaat de hoofdpersoon niet op zoek naar een schat in de wereld. Er is ook geen vijand die van buiten komt, maar een vijand in de hoofdpersoon zelf – in de vorm van hebzucht, jaloezie, geldingsdrang of allerlei angsten. De jongere verlaat het huis aan het begin van zijn queeste; terwijl de oudere juist terugkeert naar huis – naar zijn binnenste, zijn kern.’

Het interview met Miny Potze verscheen in VA 4-2019. Haar inzichten lijken van belang voor iedereen in de tweede levenshelft.

OPROEP: Ziet u mogelijkheden om dit artikel te verspreiden binnen de doelgroep, neem dan contact op met de redactie. Vruchtbare Aarde stelt dit artikel graag kosteloos te beschikking.