Hans Andeweg | toegift 2 | Dagboeken (1993)

0,95

In een kasteel vlakbij de Tsjechische grens ontvangen door graaf Georgio Thurn: ‘Laat op de avond zoek ik in de donkere gangen van het kasteel mijn kamer op. Die nacht dondert en bliksemt het, regenen doet het ook. Helaas maar een klein beetje.’ Uit de dagboekaantekeningen van Hans Andeweg, die in het door droogte geteisterde Oostenrijk de vitaliteit meet van de door het Instituut voor Resonantietherapie behandelde bomen.

Beschrijving

Hans Andeweg was begin jaren negentig een van de drie stafmedewerkers van het instituut voor Resonantietherapie (IRT) in het Duitse Weilerswist, waar op heel eigen wijze werd gewerkt aan de revitalisering van bossen. ‘De milieuvervuiling van de laatste decennia heeft veel bossen in een radicaal andere omgeving geplaatst; wij hebben de indruk dat bossen de informatie missen om daarmee om te gaan,’ zei Andeweg in ’92 in een interview met VA. Een systeem dat zich niet langer kan aanpassen wordt ziek.

Het IRT startte in 1986 een onderzoek naar de hypothese of ook de mens in resonantie zou kunnen treden met de vormvelden waarin het functioneren van plant en dier verankerd zou liggen. Zou de mens plant, boom of bos ‘informatie’ kunnen aanbieden?

De eerste proeven waren dermate succesvol dat de behandeling op grote schaal werd voortgezet. Momenteel (1993) gaat het in totaal zelfs om enige duizenden hectare bos. Elk project wordt minimaal drie keer per jaar bezocht. Hans Andeweg was eind mei 1993 een week in Oostenrijk en Tsjechië om de vitaliteit van de bomen ter plekke te meten. We kijken over zijn schouders mee in twee dagboekverslagen. Een impressie:

Dinsdag 18 mei - Laxenburg

‘s Ochtends om half acht vertrekt het vliegtuig van Keulen, na anderhalf uur landen we in Wenen. Ik huur een auto en even later rijd ik over kronkelende Oostenrijkse binnenwegen naar het stadje Laxenburg. Vroeger hadden de Oostenrijkse keizers hier hun zomerresidentie, waar zij zich naast de politiek voornamelijk met de jacht bezighielden. Laxenburg is tegenwoordig vooral bekend om zijn 250 hectare grote landschapspark. Jaarlijks trekt dit park met zijn uitgestrekte weides en bossen, romantische grot, prieeltjes en ‘Lusthof’ rond de miljoen bezoekers.

Sinds een jaar of tien gaat de vitaliteit van het park in snel tempo achteruit. De oorzaken zijn bekend. Maar, zoals vaak, op korte termijn niet weg te nemen: het is een optelsom van stressfactoren zoals lucht- en watervervuiling en een sterke negatieve invloed van de radar van het nabijgelegen vliegveld Schwechat.

Vanwege de vitaliteitsproblemen heeft de regering van de deelstaat Nieder Osterreich in 1990 het IRT opdracht gegeven om het park te behandelen. Voorwaarde daarbij was dat onafhankelijke onderzoekers de resultaten zouden meten. Sinds september ’90 is Laxenburg dagelijks drie tot vier uur vanuit ons instituut behandeld en ik ben erg blij dat twee onderzoeksbureaus na twee jaar behandeling een duidelijke verbetering van de vitaliteit hebben vastgesteld. Dit jaar is het derde behandelingsjaar en misschien het laatste, als de goede ontwikkeling van het park zich voortzet.

………………

Om deze ontwikkeling te volgen worden er naast de normale waarnemingen energetische waarnemingen door het IRT gedaan. Met behulp van deze min of meer intuïtieve waarnemingen zijn we in staat om al in een veel vroeger stadium veranderingen in het systeem waar te nemen. Daarvoor meet ik bij een groot aantal controlebomen onder andere de grootte van de uitstraling, de dynamiek en kracht van de energie (Bovis) en de aangepastheid van elke boom aan zijn omgeving (compatibiliteit). Bij het meten gebruik ik als het ware mijn lichaam als waarnemingsorgaan.

Nadat ik allerlei gemiddelden heb uitgerekend, zie ik hoe goed de energetische metingen mijn algemene indruk bevestigen. Overal zijn de uitstralingen groter dan de boomkronen, wat betekent dat de bomen vitaal zijn en met elkaar in contact staan. Het systeem bouwt zich op. De bodemuitstraling was in 1990 nog dertig centimeter en nu meer dan drie meter. Voor een gezonde bodem is twee meter voldoende, maar de uitstraling zal waarschijnlijk iets zakken als we met de behandeling stoppen en daarom ben ik met deze drie meter dik tevreden.

Het Bovisgetal van de bodem en bomen is overal groter dan 11.000. Een erg belangrijke waarde, omdat hieruit blijkt dat het park in staat is om de informatie van de behandeling op te nemen en er iets mee te ‘doen’. Een gezonde boom heeft een Bovisgetal van rond de 8.000. Een zieke boom zit vaak tussen de 4.000 en 5.000 Bovis.

Wil je met de resonantietherapie, maar ik denk ook met andere energetische methoden, tot fysisch meetbare reacties komen dan moet het Bovisgetal van bomen of gewas minstens 11.000 zijn, omdat er anders geen transformatie kan plaatsvinden. Ten gevolge van de behandeling is het Bovisgetal nu extra hoog, maar als we de behandeling stoppen zal het Bovisgetal zich rond de 8.000 stabiliseren.

Donderdag 20 mei 1993 - Rastenberg

Na een snelle lunch haal ik collega Marion Hoensbroech op en samen rijden we naar kasteel Rastenberg in het noorden van Oostenrijk, vlakbij de Tsjechische grens. Morgenochtend doen we in ieder geval samen de energetische metingen. En ‘s middags heeft Marion een ontmoeting met een aantal Duitse politici en bosbouwers uit Thüringen die een oerbos in de buurt van Rastenberg bezichtigen en al eerder interesse in de resonantietherapie hebben getoond.

De familie Thurn woont al vele generaties in kasteel Rastenberg en bezit veel grond en bos in de naaste omgeving. Giorgio Thurn heeft behalve bosbouw ook architectuur gestudeerd. Met het laatste verdient hij zijn brood. In zijn ontwerpen houdt hij rekening met de energetische kwaliteit van een plek en weet deze door bepaalde vormen en verhoudingen in de bouw ook te versterken.

In het bos is het verschil tussen ‘behandeld en ‘onbehandeld’ immens. In het onbehandelde bos voelen we alle energie uit ons wegstromen, alsof het bos aan ons staat te zuigen. Energetisch kan je hier haast spreken van een potentiaalverschil; een gezond bos heeft ongeveer 8000 Bovis, maar dit bos heeft een gemiddelde Boviswaarde van 5000. Mensen hebben tussen de 6.500 en 7.500 Bovis. Een gezond bos geeft dus energie aan de mens, terwijl dit zieke bos energie van ons neemt (of vraagt?). Het behandelde bos heeft een oplading van 11.000 Bovis. Hierin voel ik mij opgewekt en energiek.

‘s Middags ben ik alleen het bos in om de resterende controlebomen te meten. Opvallend dat de bomen in het onbehandelde deel voor mijn beleving gewoon ‘boom’ zijn, het zijn objecten. Eigenlijk gebeurt hier niets. Maar in het behandelde deel ervaar je dat de bomen ‘levende wezens’ zijn waarmee je contact kan maken. Als ik tussen de reusachtige sparren doorloop, heb ik meer dan eens het gevoel dat ze me vanuit hun kruin staan aan te staren. Dit bos ademt en leeft! Ik kan me voorstellen dat de mens de natuur vroeger misschien ook op een soortgelijke manier heeft ervaren…

Elke editie zetten we een eerder verschenen VA-artikel in het zonnetje. Deze keer de interviews met Hans Andeweg. Naast de interviews uit 1999 en 2011 (en als toegift 1992) bieden we u hier de twee dagboeken aan die Hans Andeweg bijhield tijdens veldbezoeken in Oostenrijk en Tsjechië in 1993. Vruchtbare Aarde levert u beide dagboeken (bij elkaar 12 pagina’s) voor de prijs van €0,95. U ontvangt de originele zwart-wit opgemaakte versie, zoals die verscheen in editie 4 en 5-1993.

De andere interviews uit deze reeks vind u via het tabblad ‘interviews’. Het meest recente interview uit 2011 is desgewenst ook in papieren vorm verkrijgbaar (zie de link hieronder):