Fanny & Alexander | Ingmar Bergman | 3 uur

10,00

‘Een wandkleed vol kleuren, huizen, geheime schuilplaatsen, grotten en nachtelijke hemels,’ zo beschreef Ingmar Bergman zijn laatste grote speelfilm. Ook een poging ‘de weg terug te vinden naar mijn kinderjaren.’ De gerestaureerde versie van Fanny & Alexander is een feest voor oog en oor. De bioscoopversie van 3 uur sleepte veel nominaties en prijzen in de wacht, waaronder 4 Oscars, een Golden Globe en een César voor Beste Buitenlandse Film.

31 op voorraad

Beschrijving

Fanny & Alexander is de laatste film van de in 2007 overleden Ingmar Bergman. Het verhaal van twee kinderen die uit hun warme nest vallen als hun moeder hertrouwt met een Zweedse bisschop. Met de komst van hun stiefvader verliezen de kinderen hun recht op verbeelding. Fantaseren heet voortaan liegen, en liegen wordt streng bestraft. Hoe mooi heeft Ingmar Bergman de menselijke levensweg verfilmd, met al zijn momenten van treurnis en verlossing.

‘Nee,’ zei Bergman. ‘Fanny & Alexander is helemaal geen autobiografische film. Maar – als ik het zo mag uitdrukken – een wandkleed vol kleuren, mensen, huizen, bossen, geheime schuilplaatsen, grotten en nachtelijke hemels. Ik schreef het scenario voor Fanny & Alexander in een aanval van goed humeur. Het was zomer en dus zat ik op het eiland Faro. En ik had niets bijzonders te doen. Toen begon ik de weg terug te vinden naar mijn kinderjaren.’

Ingmar Bergman zelf vatte het thema van de film eens als volgt samen (in zijn boek: The Magic Lantern): ‘Ik denk met plezier en nieuwsgierigheid terug aan mijn kinderjaren. Een tijd waarin mijn verbeelding en zintuigen werden gevoed. Uit die periode herinner ik me werkelijk niets saais; de dagen en uren bleven maar exploderen met wonderbaarlijke ervaringen, onverwachte vergezichten en magische momenten. Ik kan nog altijd door het landschap van mijn jeugd zwerven en opnieuw het licht, de geuren, mensen, kamers, momenten, gebaren, stemgeluiden en objecten ervaren.’

In feite draait de hele film om de hunkering naar ‘het andere’ – de verbeelding, de fantasie, de wereld van de schimmen en inspiratie. Maar een aantal weken later is de grote inspirator in het leven van de kinderen Fanny en Alexander er niet meer. Met de dood van hun vader neemt het leven van de kinderen een dramatische wending.

Pas aan het eind van de weg gloort er licht. Een licht dat in Bergmans grootse film gepersonifieerd wordt door de wijze, oude vriend van Alexanders grootmoeder, Isak geheten. Hij is het die de kinderen uit het huis van hun stiefvader laat ontsnappen en ze onderbrengt in zijn eigen huis – een doolhof vol kamers en gangen, tjokvol poppen en beelden en verborgen nissen. Na de kinderlijke onschuld en de verstandelijke waarheid doemt ineens een derde mogelijkheid op. Een glimp van de verticale dimensie waar zoveel personages in de film wanhopig naar op zoek lijken.

Prachtig is het verhaal dat de wijze Isak de kinderen voor het slapengaan vertelt. Een verhaal over een wanhopige, jonge reiziger die op zijn eenzame weg door een fel uitgelicht landschap, zonder beschermende schaduwplekken, stuit op een bron waar hij tot zijn geluk een grijsaard treft die hem een verhaal vertelt…

Is het niet zo dat wijzelf, als kijker, symbool staan voor die jonge reiziger in dit verhaal. Een jongeman die niet weet waar hij vandaan komt en niet weet waar hij naartoe reist; die het gevoel heeft door een doolhof te lopen en die bij elke splitsing opnieuw voor de uitdaging staat om de juiste voortzetting te kiezen. Goed is de keuze die hem dichter bij zijn eindbestemming brengt.

Succes en falen lijken zo bezien objectief te meten grootheden. Zoals Cito-toetsen, bonussen en Facebook-vriendschappen ons de impressie geven dat er een objectieve meetlat van succes bestaat. Meesterlijk uitgebeeld in het archetype van de bisschop in Bergmanns film. De rechtlijnige stiefvader die de kinderen Fanny en Alexander op hardhandige wijze leert om onderscheid te maken tussen goed en fout. Zijn huis voelt aan als een gevangenis. Geen treffender beeld van de doolhoffase in ons leven.

Pas in het huis van de wijze Isaac, vriend van hun grootmoeder, betreden de kinderen een nieuwe, organische wereld. Na de magische kindertijd en het goedfout-denken van de volwassenheid doemt het beeld van het labyrint op. Goed en fout blijken ineens niet meer te bestaan. Er is maar één weg, zo lijkt het labyrint te zeggen, en dat is de weg die we toch al nemen.

Zoals Hein Thijssen (editie 1-2008) op zijn 82e een grote glimlach op zijn gezicht toverde toen het niet meer wilde lukken om zijn sokken aan te trekken. Zoals ook Marten Toonder en Kees Brusse op hun oude dag vertelden over de wonderlijke tegenstelling tussen dat steeds gebrekkiger functionerende lichaam en het besef dat er aan de binnenkant iets leek te zitten dat vreemd genoeg geen enkele last had van ouderdom. Een soort eeuwig jeugdige geestelijke kern.

We zijn het niet gewend om die kant op te kijken. Zo gewend als we zijn aan ‘de krappe, volgestouwde zolder van het hoofd, waar spinnenwebben, oude rommel, niet onderzochte, maar gekoesterde geloofjes wonen, en spoken en geheimen.’

Staande aan de bron uit Isaacs verhaal in Fanny & Alexander komen we bij zinnen. We ontdekken een soort kern waar we altijd overheen hebben gekeken.

Extra informatie

Gewicht 1 g
Jaar

1982

Taal gesproken

Zweeds

Ondertiteling

Nederlands

Filmduur

180 minuten