Interview:
Huisarts H.C. Moolenburgh
Toegift: Een aantal extra
vragen in aansluiting op het interview
in VA editie 1-2007
|
Van lucht naar voeding. Voor WO II was er
een uitstekende bron van rauw, dierlijk voedsel, schrijft u, namelijk
de melk direct uit de koe. Maar door het pasteuriseren van de melk is
melk beduidend minder gezond geworden. Rauwe melk is goed tegen
botontkalking; gepasteuriseerde melk wekt juist kalkverlies op.
“Vaak wordt gezegd dat melk zorgt voor een belangrijke aanvoer van
kalk. Er zijn helaas aanwijzingen dat er een relatie is tussen het
drinken van gepasteuriseerde melk en botontkalking. Juist door het
enzymgebrek in gepasteuriseerde melk. Ik heb de pasteurisatie van de
melk zien komen omdat er zoveel rundertuberculose was. Die tuberculose
ging op mensen over. Dus de pasteurisatie moest er wel komen. Maar
daarmee riepen we ook weer een ander probleem op. Ik noem dat
‘verschuifkunde’. Intussen veranderde melk van voedingsmiddel in
vulstof. Daarom is het heerlijk dat we terug kunnen vallen op zure
melkproducten als biogarde, acidophylusmelk, kwark, viili en goede
kaas, want die zijn met bacteriën klaargemaakt – en die gunstige
bacteriën brengen de enzymen weer terug.”
Een patiënt met
botontkalking moet dus geen gewone gepasteuriseerde melk nemen?
“Absoluut niet.
"Van de rauwe
melk, die je hier en daar nog wel bij de boerderijen kunt krijgen, heb
ik overigens meer bijzondere dingen gezien, onder andere bij mutiple
sclerose. Ik heb in de jaren tachtig eens een patiënt gehad, een
hoofdcontroleur bij de spoorwegen, die een lelijke multiple slerose
had. Hij zat thuis en kon niet goed meer lopen. Hij woonde vlak naast
een boerderij en dronk drie glazen rauwe melk per dag. Hij is weer
helemaal op de been gekomen. Het is natuurlijk slechts een anekdote. En
een anekdote mag niet in de geneeskunde. Maar het was wel leuk voor
hem.”
|
|