Artikel uit VA-Magazine / Vruchtbare Aarde 3-2009

Foto Vruchtbare Aarde

Editie 2-2008

image

Met Les Blank op reis door China.





Editie 3-2009

image

Dit nummer los bestellen


Artikel uit:

image

In editie 3-2009: speciale aandacht voor Frankrijk en reizen. Filmmaker Jean-Henri Meunier over zijn liefde voor Najac in de Aveyron; Reinout Nauta vertelt over 20 jaar wonen in Frankrijk. Marie - Monique Robin over  haar Monsanto-film. Wijnmagister Tjitske Brouwer over haar veelal Franse inspiratiebronnen. En Jan van Delden over de tienjarige thuisreis van Odysseus als metafoor voor de sprituele reis naar huis.


Bestel los


image
Home


DVD Najac
Bestel DVD Najac

Een omweg over Najac

Ver weg van alle doorgaande wegen ligt in het zuid-westen van Frankrijk het plaatsje Najac. Filmmaker Jean-Henri Meunier streek hier met zijn gezin neer en maakte een buiten Frankrijk weinig bekende, poëtische film, vol terloopse humor en alledaagse wijsheid. Een film over niets eigenlijk. Verslag van een omweg over Najac, gevolgd door een interview met de regisseur over de poëzie van het filmmaken en de aantrekkingskracht van Najac.

Op een verlaten stationnetje zien we de stationschef in het zonnetje zitten. Boven hem aan de muur een bak met geraniums, waar hij eens in de zoveel dagen een halve emmer water naar toe gooit. Een forse camembert op tafel. Even ruiken. Gemompel over een kaas die de kans moet krijgen om te ademen. Dan verdwijnt zijn mes erin.

Een van de hoofdfiguren in de documentaire die Jean-Henri Meunier maakte over zijn nieuwe woonplaats. Een film over een oord van niets – die er desalniettemin in slaagt een voortdurende glimlach op het gezicht van de kijker te toveren.

Een dorp in de Aveyron waar burgemeester Hubert het liefst saxofoon speelt; de 105-jarige Celine moppert over oneetbare soep; de levensblije filosoof Jean zijn postbus eens per maand opent ‘omdat je statistisch meer kans loopt op slecht nieuws dan op goed nieuws’ en de molenaar/bakker zijn brood liever niet aan de supermarkt verkoopt.

Een kwestie van ethiek, legt de bakker uit. Er gaat niets boven het directe contact met klanten. Het zou kunnen, geeft hij aarzelend toe, dat zijn vrouw het op dit punt niet helemaal met hem eens is, maar voor zichzelf is hij tot de slotsom gekomen dat er niets belangrijker is dan het geluk van mensen. “Ik verkoop mijn brood aan mensen die ik ken,� zegt hij met nadruk, “omdat zij me hun vertrouwen geven en omdat hun vertrouwen me meer zegt dan welke financiële verdienste ook.�

Even verderop is de dichterautomonteur Jean een helicopter aan het bouwen. Een wonderlijke poëtische man, deze garagehouder. De eerste dorpsbewoner die de regisseur leerde kennen. Niet dat hij een liefhebber van motoren is. Maar de passie waarmee deze mecanicien de hele dag bezig is onderdelen samen te voegen tot rijdende bouwsels, fascineerde hem. “Een gepassioneerd mens kan mooie dingen maken.�

Aveyron

De regisseur: “Het begon allemaal in mei 1995 met het uitkomen van een lang gekoesterde droom. Een hunkering om naar buiten te gaan, richting natuur. We lieten Parijs achter ons en verhuisden naar het platteland. Een keuze voor een minder jachtig leven.

“Met mijn vrouw en onze twee kinderen kwam ik terecht in de Aveyron, in het zuidwesten van Frankrijk. Hoewel het vermoedelijk ook heel ergens anders had kunnen zijn. We kochten een ruïne. Aan de overkant van de weg maakte ik kennis met Henri, de garagehouder, en via hem met andere dorpsbewoners. Hoe gaat dat? Je drinkt een kop koffie, bakt een paar eieren en je praat over het leven.

“Een van de mensen die ik op deze manier leerde kennen, was Arnaud, de stationschef, met wie ik alles bij elkaar honderden uren doorbracht op het stationnetje van Najac. Ik ging regelmatig op bezoek bij de saxofoonspelende burgemeester bij wie de deur op zondagmorgen altijd open staat voor een praatje en een kop koffie. Ik raakte gefascineerd door de eenarmige clown Jacky met zijn tuba; door de biologische boer Henri Dardé die zijn moeder als jongetje smeekte om de boerderij niet te verkopen; door de levensblije filosoof Jean, met wie het zo leuk converseren is dat er in zijn kleine kamer vaak geen lege stoel meer te vinden is.

“Ik begon van deze mensen te houden. Bijzondere mensen, met wie ik steeds meer een gevoel van vertrouwdheid voelde. Ik kreeg oog voor de poëtische, surrealistische, komische en tragische voorvallen in het dorp. Geleidelijk werden deze mensen een onderdeel van mijn leven, en ik van het hunne.

“Op een bepaald moment zei ik tegen mijn overbuurman, de poëtische mecanicien, dat ik hem eigenlijk graag wilde filmen, en een poging wilde doen om al die mooie momenten die ik met hem deelde te vangen; hoewel ik lange tijd geen idee had waar het op uit zou draaien. Eigenlijk had ik pas jaren later het gevoel dat alle losse beelden samen een film zouden kunnen worden.

�Wat ik steeds heb geprobeerd, was deze mensen te laten schijnen; uit te laten komen wat mooi is aan hen; hun passie voor het leven te belichten, met alle bijbehorende terloopse, kleine, toevallige voorvalletjes en humor.�

Lees verder in de papieren editie 3-2009 »